ESE en RSM hebben minste vrouwelijke hoogleraren

Verschenen in Erasmus Magazine

Beter gaat het bij de faculteiten ESL, ESHCC en de instituten ISS en ESHPM. Daar ligt het percentage vrouwelijke hoogleraren nu al boven de 20 procent. 

Slechts vier

Een poging van het ministerie van Onderwijs om 100 vrouwelijke hoogleraren extra aan te stellen, de zogenaamde Westerdijk Talent Impuls, liep op de Erasmus Universiteit uit op een mislukking: slechts vier van de negen aan faculteiten beschikbaar gestelde subsidies werden gebruikt.

Het College van Bestuur (CvB) steekt zijn teleurstelling over het gebrek aan actie bij de faculteiten niet onder stoelen of banken. In de universiteitsraadsvergadering van afgelopen dinsdag benadrukte scheidend rector Huib Pols nog dat de macht om iets te veranderen bij de decanen ligt. “Als rector is je controle hierover vrij klein. Decanen kunnen veel meer. Maar dan is het uiteindelijk een kwestie van willen”, zei hij over de teleurstellende uitkomst van Westerdijk. Wel erkende Pols dat het voor faculteiten als de RSM moeilijk is vrouwelijk talent te behouden of binnen te halen. “Veel toptalenten vertrekken naar grote bedrijven.”

Geen reactie

Om de doelstellingen voor 2020 toch te halen wil het CvB een ‘gelijksoortig programma’ als Westerdijk opstarten. Ook krijgen veel vrouwen de mogelijkheid om door te groeien van bijzonder hoogleraar naar gewoon hoogleraar. Verder zijn er diversiteitsmedewerkers of -teams aangesteld bij de faculteiten, is er een ‘recruitment en selectie-toolkit’ en komen er trainingen tegen impliciete bias.

Ook heeft het CvB, op verzoek van de Universiteitsraad, enige tijd geleden de faculteiten gevraagd om de vraag te beantwoorden waarom het niet gelukt is om een vrouwelijke kandidaat te vinden voor de Westerdijksubsidie. De faculteiten hebben nog niet op gereageerd op die oproep. Wel hebben enkele faculteiten een toelichting gegeven tegenover EM.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.